zaterdag 15 november 2008

Gemis

Aan mijn liefste,
Het ging goed, verbazingwekkend goed, met dat jou missen. Tot woensdag. Toen had ik het plots gehad. Het gemis sluimerde blijkbaar al een tijd en had zich nu diep genesteld in elke vezel van mijn lichaam. Ik miste je plots hartstochtelijk. Neen, niet alleen bij het verwisselen van de dekbedhoes, wat jij altijd zo vakkundig doet. Opeens was het gemis overal: de slaapkamer, de badkamer,... alleen nog mij-sporen, geen jij meer te bespeuren. Ongemerkt hebben mijn to do lijstjes, uitgescheurde recepten van ooit eens te maken fantastisch ogende groentenlasagne en perenconfituur, brieven met onbetaalde rekeningen, reclamefoldertjes met produkten die ik misschien wel ga kopen als ik 5 minuten tijd vind om te shoppen, mijn alomtegenwoordige boeken, enkele dvd's, achteloos achtergelaten kleren, nachtelijke theekoppen ... jouw territorium veroverd. (Ja, in dit huishouden ben ik - en niet de mannelijke wederhelft - de sloddervos). Dochterlief mist jou als sinds dag 1 van die veel te lange zakenreis. Als zij op donderdagochtend nog even bij mij in bed kruipt en zich neerlegt op wat jouw plek in ons bed is en oprecht zegt dat ze jou mist, moet ik mijn best doen om niet een potje te janken. In plaats daarvan probeer ik het gemis weg te lachen en knuffel haar ongeveer plat. Liefste, jouw meisjes hebben het hier even heel leuk gehad zonder een mannelijke brombeer in huis, maar nu heeft dat verstoppertje-spelen lang genoeg geduurd. Kom je vlug weer tevoorschijn?