woensdag 30 april 2008

Pecrot, Florival, Archennes, Gastuche

Pecrot, Florival, Archennes, Gastuche... Kleine dorpjes met mooiklinkende maar mij nietszeggende namen, verlaten stationsgebouwen met grafitti, tuinen met naast een schommel ook wat schrootijzer zoeven voorbij. Alhoewel, zoeven is veel gezegd. Dit is een echte boemeltrein, die er een uur over doet om de twee "zusteruniversiteiten" met elkaar te verbinden. Ik vind die treinrit telkens opnieuw veelzeggend symbolisch voor de afstand die tegelijkertijd heel kort en onmetelijk lang is tussen Leuven en Louvain-la-Neuve, tussen Vlaanderen en Wallonie. Met de auto ben je er in geen tijd, maar omdat de trein in Louvain-la-Neuve superpraktisch vlakbij de gebouwen van de unief stopt, omdat ik mijn steentje wil bijdragen aan het milieu door het openbaar vervoer te nemen ipv de auto en omdat ik dan bovendien ook nog wat kan werken en lezen verkies ik de trein voor de verplaatsing naar mijn Franstalige collega's. Vanuit praktisch standpunt zou het fijn zijn als die rit een pak sneller kon gaan, met minder dan 13 tussenstops liefst, en ook zonder het schijnbaar volledig doelloze en eindeloze wachten in het station van Ottignies, vooraleer voort te puffen tot de eindbestemming. Vanuit psychologisch standpunt is het echter zo slecht nog niet dat die treinrit wat tijd in beslag neemt. Anders zou een mens verkeerdelijk kunnen denken dat men gewoon even snel naar een andere unief gaat waar alles op dezelfde manier werkt, maar dan gewoon in een andere taal. Niets is immers minder waar. Het is niet alleen een kwestie van een andere taal. LLN is niet zomaar een Franse versie van Leuven. Het is een andere wereld. Maar eentje waar ik af en toe wel graag kom, al was het maar om de verschillen te observeren. Een wereld waar ik steeds met enige aarzeling binnenstap, want het is een taalbad in een taal waarin ik me niet zo vlot kan uitdrukken als ik wel zou willen. In het Engels voel ik me als een vis in het water; in het Frans soms eerder als een vis op het droge... En in tegenstelling tot de onderzoeksgroep waartoe ik behoor in Leuven, is het in LLN nog niet zo multinationaal en verloopt alles nog in eentalig Frans, inclusief de wetenschappelijke publicaties. Ik ben zo gewend om in het Engels te schrijven en lezen en werken, dat ik soms al moeite heb om de juiste vakterminologie te vinden in het Nederlands, laat staan in het Frans. Maar na een glaasje op de receptie gisterenavond laat ik mijn taalschroom varen en lijkt het Frans vlotter te bekken in mijn mond. Na een receptie is het natuurlijk ook handig dat de trein voor Bob speelt. 13 stops en 1 uur later sta ik weer terug in Leuven en ik zie het verlichte stadhuis en voel me alsof ik terugkom van een trip naar het buitenland. Het voelt goed om weer thuis te komen in deze oude stad die bruist van het leven rond 10u 's avonds ondanks de regen. Wat een contrast met het "nieuwe" -waar het nieuwe allang van af is- grijze LLN dat rond 21u al leeggelopen leek. Bij deze oprechte dank aan allen die 40 jaar geleden "Leuven Vlaams" hebben staan roepen.