zaterdag 19 mei 2012

Brieven uit Marokko 3 - Rabat, de eerste indrukken

Op de autosnelweg tussen Casablanca en Rabat viel mij het droge, dorre landschap op. Mijn ogen moesten nog wennen aan het zonlicht na weken aan een stuk grijs en regen in Belgie. De autosnelweg was perfect onderhouden en helemaal niet druk. Mohammed, mijn chauffeur, sprak me voortdurend aan met "madame" en vertelde me trots over zijn piratenroots in Sale. Terwijl ik naar zijn verhalen luisterde, viel het mij op hoe langs de kant van de snelweg her en der mensen wat vee liet grazen (alhoewel er volgens mij niet veel te grazen viel). De knokige koeien en geiten zagen er povertjes uit in vergelijking met hun volgemeste soortgenoten in ons land. We zoefden hen voorbij en reden na ongeveer 1.5 uur Rabat binnen. Dat Rabat de hoofdstad is, werd meteen duidelijk uit brede boulevards met daarlangs palmbomen. We reden langs een gedeelte van de stad met veel nieuwbouw en autogarages van dure merken, terwijl Mohammed me op een gebouw met veel vlaggen in de verte wees en zei dat dat de universiteit was waar ik was uitgenodigd. De gebouwen in die buurt zagen er allemaal splinternieuw uit met de Marokkaanse vlag alom aanwezig. Even later kwamen we voorbij het koninklijk paleis, de oude stadpoorten en reden we door chice lanen met perfect gesnoeide bomen waarvan het groen schaduw creerde voor de voetgangers en stonden we al snel aan het poepchice hotel dat de gastuniversiteit voor mij geboekt had. In mijn kamer lagen rozenblaadjes gestrooid in de badkamer en werd ik verwelkomd met mijn eerste glaasje muntthee (en zouden er nog vele volgen tijdens mijn verblijf) en 2 heerlijke koekjes. De portier legde met veel trots uit hoe het koffie-apparaat op mijn kamer werkte. Ik deed niet de moeite om te zeggen dat ik geen koffie drink en checkte voor alle zekerheid even of George Clooney niet bij de machine mee werd geleverd. Jammer, dat bleek zowat de enige wens die dit hotel niet kon waarmaken ;-) Amper een half uurtje later stapte een jonge vrouw de hotellobby binnen en ondanks het hoofddoek en de vele jaren tussen onze laatste ontmoeting, herkende ik haar meteen. Het weerzien was hartelijk en even later liepen we babbelend door Rabat en leek het alsof het slechts enkele dagen geleden was dat we elkaar hadden gezien. We praatten honderuit. Vriendin J. toonde me mooie pleinen waar het wemelde van het volk op de aangename zondagavond. Ze trakteerde me op een zakje kikkererwten en favabonen van een kraampje langs de straat. Ik wimpelde het eerst af omdat ik me had voorgenomen om voorzichtig te zijn met het eten van dat soort kraampjes. Ik heb gevoelige darmen en had geen zin om de rest van mijn verblijf met diarree te moeten afrekenen. Vriendin J. overtuigde me, me ervan verzekerend dat dit voedsel ok was. Ik vertrouwde op haar advies en heb dat ook de rest van mijn verblijf gedaan, heb letterlijk alles geproefd wat me werd voorgeschoteld, zelfs toen we enkele dagen later in een piepklein restaurantje middenin de medina van Fes mee naar de keuken werden getroond en met een lepel uit alle potten mochten/moesten proeven. Ik heb helemaal geen last van mijn darmen gehad en de tajine die ik in dat piepkleine restaurantje van de oude berbersman at was de lekkerste die ik proefde. Maar over dat bezoek aan Fes lees je meer in mijn volgende brief. Terug naar de eerste avond in Rabat, waar vriendin J. me tegen valavond meetroonde naar de 'medina' waar ik in een andere wereld leek terecht gekomen te zijn. Een wirwar van nauwe steegjes, een drukte van jewelste, koopwaar van groenten, fruit en kruiden (wawh, wat een grote bussels munt en koriander!) tot sportschoenen (letterlijk op een berg gegooid), teenslippers en illegale DVDs (zelfs van films die op dit moment nog in de bioscoop te zien zijn). Wat een verschil met de brede boulevards en open pleinen van even daarvoor! Ik zag weinig toeristen hier en de enkele die ik zag, vielen meteen op. Ikzelf viel niet op tussen de massa, in tegenstelling tot de verschillende toeristengroepen die ik nog zou zien (vooral in Fes) en die meteen door verkopers werden aangeklampt. Ik kreeg het voorrecht om Marokko te ontdekken met en door de ogen van mijn vriendin, een Westerse vrouw die al 7 jaar in Marokko woont, Arabisch spreekt en moslima is. Ik hoorde de eerste keer de oproep tot gebed. Vriendin J. wees me verschillende moskees aan van grote tot kleine, van weelderig versierde tot vrij eenvoudige. Meteen ook een goeie aanleiding om te vertellen over haar eigen bekering tot islam. We praatten en praatten terwijl we verder wandelden richting zee. Ondertussen was het al donker geworden en zou ik allang het noorden zijn kwijtgeraakt in de wirwar van steegjes. Maar J. loodste me handig overal door. Ik had me nochtans voorgenomen om niet na donker nog op straat te blijven zonder mannelijk gezelschap, want dat was het advies dat ik toch van enkele mensen had gekregen en zeker niet in een 'medina' na zonderondergang... Meteen een tweede voornemen dat ik snel vergat, want het was te boeiend om te zien om hoe nu de steegjes een heel andere gloed kregen bij het schaarse licht, hoe jongetjes her en der voetbalden,... We luisterden naar het ruisen van de zee (echt zien konden we ze in het donker niet meer), wandelden nog veel meer om de avond te eindigen in een schitterend restaurant. Pas na middernacht kwam ik doodmoe op mijn kamer. De toon was gezet voor de rest van mijn verblijf: veel nieuwe indrukken, lekker eten, kennismaking met Marokkaanse cultuur en islam aan de zijde van vriendin J. en intense gesprekken tot laat in de avond...