op weg naar huis
Een veel te lange werkdag, een vaag hongergevoel gecombineerd met euforie over het tot een goed einde brengen van een project, doen me rond middernacht belanden in een kebabzaak (omdat de frituren in de buurt allemaal al blijken gesloten te zijn). De man achter de toog heeft aan z'n huidskleur te zien en accent te horen weinig binding met doner kebab. Hij kijkt alsof ik een heel domme vraag stel als ik vraag of ik nog een kebab kan krijgen. Natuurlijk is het een domme vraag want in vrolijke led-lichtjes schittert het woordje 'open' voor het raam. Terwijl hij de verwarming van het kebabtoestel aansteekt, sloft de enige klant die in de zaak zat naar buiten. Wankel. 'Te veel biel' glimlacht de Aziatische kebabman, terwijl hij bezorgd toekijkt of de man zijn weg naar buiten vindt langs het trapje. Ik glimlach mee. Onder de neonlamp knippert een sliert lampjes, waarvan ik niet zeker ben of het kerstverlichting is of het jaar rond dienst doet als versiering. Het doet er niet toe. Buiten is het donker en koud. Hier is het -ondanks de kitch en de schrale inrichting- gezellig. Ik mis mijn vroegere kebabman, met wie ik conversaties had over Tolstoj en Dostojevski, over de opwarming van de aarde en het groene boekje, over de Koerden en oogchirurgen... Hier kom ik niet verder dan een warme glimlach, maar ook dat doet deugd. Op het raam staat "Lucky Star" geschilderd en dat is precies hoe ik me voel als ik even later door de nacht op weg naar huis ga.
|