zondag 24 februari 2008

Tea my dear?


Een Senseo of een blits espressomachine hebben we niet. Zelfs een gewoon ouderwets koffiezetapparaat is er nergens te bespeuren in onze keuken. Dat zwarte goedje ruikt nochtans overheerlijk en lijkt me een ideale 'boost' om na een maaltijd van te genieten. Maar dat is me niet gegund, want mijn lichaam zegt radicaal neen tegen koffie. S. is solidair met mij en is dus op het thuisfront ook overschakeld op thee. Het is een beetje een passie geworden. Die liefde voor thee was voor mij alleszins geen liefde op het eerste zicht. Als mijn moeder vroeger al eens een kopje thee voor zichzelf zette, sloot ik volmondig bij mijn vader aan die beweerde dat thee stonk. Ikzelf groeide op met melk, heel veel melk. Tot ik tijdens mijn studententijd voor het eerst in Rusland terecht kwam. Ik logeerde er in een gastgezin, in Kazan, waar de Coca Cola toen wel al zijn intrede had gedaan, maar de mensen toch nog hoofdzakelijk kefir en tsjai (ofte 'thee') en zelfgemaakt sap dronken (van de appeltjes die ze op hun datcha hadden geplukt). Daar maakte ik voor het eerst kennis met thee, en dronk het om mezelf te verwarmen, toen het daar in oktober al sneeuwde. En toen ik daarna een jaar in London, de theestad bij uitstek, studeerde, was ik definitief bekeerd tot het theeritueel. Een hoogtepunt in onze relatie met thee was een high tea in een poepchic Londens hotel waar de thee uit een schitterende samovar werd geserveerd met sandwiches, scones en ander lekkers. Als ik enkele jaren later in het station van Peekskill ‘s morgens bij de vriendelijke zwarte mijnheer die daar een klein winkeltje uitbaatte om de pendelaars van kranten en drank te voorzien tot bij hun aankomst in Grand Central station een thee bestelde (in zo'n wit bekertje met plastic deksel waarop dan "caution hot!" stond gedrukt) wist hij: “For you, a cup of tea the English way." Yes, indeed, met een wolkje melk, zo drink ik mijn thee het liefst. Althans ‘s morgens, want later op de dag hou ik het meestal bij (caffeine-vrije) kruidenthee’s. Onze Indische onderbuurvrouw verwende ons vele avonden met haar Indische chai (met heel veel melk, vers met de vezel gestampte kardemon, gember, kruidnagel, en ook een schepje suiker erin). Ik probeerde het vaak na te brouwen, maar met slechts matig success. Ook wat als Indische of masala chai wordt verkocht benadert het wel, maar evenaart haar brouwsel nooit.

Dezer dagen is gelukkig het gamma van thees verkrijgbaar in Leuven ruim. In elke doodgewone supermarkt is er tegenwoordig een aardig assortiment aan thees.

Wil je een heerlijke “Earl Grey superieur pointes blanches” degusteren of een geurende mengeling die een poetische naam draagt als “des poetes” of “des sages”, dan moet je in de koffie-en thee winkel in de Parijsstraat zijn, waar je ook een kaart vol ijsthees hebt (mijn favoriet is de Ice Moonlight). In de “Exotic World” (vroeger den Unic) aan den Blauwe Hoek hebben ze ook veel soorten thees. En bij Essenza hebben ze alles wat mijn hartje als theefanaat begeert van Twinings (Darjeeling, Lady Grey, Prince of Wales,…) tot Jacob Hooy, losse thee, thee in zakjes, theefilters, theekoffertjes,.... Maar ik ben nog niet zo fanatiek als die echtgenoot van een vrouw die ik tijdens haar kerstinkopen tegenkwam in een kookwinkel. Ze was op zoek naar een heel nauwkeurige kookthermometer. Toen de vrouw achter de toonbank haar vroeg voor welk soort gerechten het moest dienen, antwoordde ze dat haar man een thermometer wilde om precies de temperatuur van het water te kunnen bepalen om zo het perfecte kopje thee te kunnen zetten… Ze hadden in die winkel echte alleen grote kookthermometers om in confituurpannen enzo te gebruiken, niet meteen geschikt voor een theekop!

Enfin, vooral in deze laatste doctoraatsmaanden zijn mijn kopjes thee echte lichtpuntjes, mijn “even rusten en dan vliegen we er weer in” momenten. Op de foto bij dit postje een selectie uit mijn meest gedronken thees van de laatste weken. Op dit moment maakt Manlief het theeslaapmutsje klaar. Ik ga er van genieten.